Werkwoorden vervoegen
beesten
Tegenwoordige tijd beesten
Ik beest
Jij beest
beest jij?
U beest
Hij/Zij/Het beest
Wij beesten
Jullie beesten
Zij beesten
Verleden tijd van beesten
Ik beestte
Jij/U beestte
Hij/Zij/Het beestte
Wij beestten
Jullie beestten
Zij beestten
Voltooid deelwoord van beesten
gebeest
Tegenwoordig deelwoord van beesten
beestend