(bə'duidən) (beduidde, heeft beduid)
1. duidelijk maken : iemand dat hij moet zwijgen. Syn. ophelderen, toelichten, verklaren.
2. te kennen geven : een hart beduidt liefde. Syn. betekenen.
3. een bepaalde waarde hebben : iets, veel, weinig te hebben. Syn. betekenen.
4. voorspellen : dat beduidt niet veel goeds.