(ba'ron) m. (-nen, -s) [Odui. bar o, heer]
1. Eig. adellijke titel beneden graaf en boven jonkheer.
2. Metf. grote heer: de spelen.
barones ('nes), baronesse ('nessə) v. (...nessen)
1. Eig. vrouw, dochter van een baron.
2. Metf. trotse vrouw.