(ak'sent) o. (-en) [Lat. accentus nl. ad, bij + cantus, toon]
I. Eig. biezondere manier van uitspreken nl.
1. met meer nadruk, klemtoon: zet het op de tweede lettergreep; dynamisch - of krachtaksent. Tgst. muzikaal aksent.
2. met een eigenaardige uitspraak, tongval: een vreemd hebben.
II. Metn. [van I 1] (klem)toonteken.
III. Metf. [van I 1] nadruk.