Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

Afrikaan

betekenis & definitie

(afri'ka:n) m. (...kanen; –tje)

1. Eig. inboorling van Afrika.
2. Metn. sier-plant in onze tuinen met donkerbruine, geelhartige bloemen en een sterke onaangename geur (Tagetes) : de – is uit Mexico afkomstig en ontleent haar naam aan de onjuiste mening, dat zij tijdens de tocht van Karel V naar Tunis, 1535 naar Europa werd overgebracht.

< >