('achting) v. gevoel waardoor men recht laat wedervaren aan iemands loffelijke hoedanigheden : hebben, koesteren voor iemand; iemand betonen, bewijzen, schenken, toedragen; iemands genieten. Syn. eerbied, hoogachting, hoogschatting, ontzag, waardering.
Tgst. ➝ minachting.