(’achtər) o. (-s; -tje) letter of lettergreep tot vorming van nieuwe woorden, achter een woordstam gevoegd : t in dracht (van drag-en), en heid in grootheid zijn -s. Syn. suffix.
Taalk. Men onderscheidt zelfstandige en onzelfstandige achtervoegsels, naargelang ze nog of niet meer te herkennen zijn als zelfstandig woord zoals ze vroeger waren. Zo is b. v. -zins in alleszins een zelfstandig, -in in boerin een onzelfstandig achtervoegsel.