Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

aas (eenheid)

betekenis & definitie

(a:s) m. en o. (azen; -je) [Lat. as, assis msch. < Gr. heis. één]

I. Eig. o. eenheid nl.
1. van het oude gewicht dat 0,047 dg woog.
2. één in het kaart-, domino- en potspel: harten-.

II. Metf.

1. meestal vklw. greintje, ziertje: geen -je verstand, geduld hebben.
2. alleen m. uitblinker.

III. Metn. kaart met een aas er op: heb je de niet?

< >