('a:n) (drong aan, aangedrongen)
I. (heeft)
1. sterk tot iets aansporen : op betaling -; hij drong aan dat ik zou overkomen.
2. sterk aanhouden om iets te verkrijgen : om hulp, om biezonderheden te vernemen.
II. (is) voorwaarts dringen ; op de vijand -. aandringer m. (-s). aandringing v.