Jos Beke

"Groenewoudseweg -Van kerk tot brug en terzijde"

Gepubliceerd op 31-05-2017

Noodwoningen

betekenis & definitie

Op de plaats waar nu de GGD, de brandweerkazerne, Technovium , de bowlingbaan en Huize Nijevelt zijn gevestigd heeft in jaren direct na de oorlog een groot aantal noodwoningen gestaan, ruim 200. Ze zijn gebouwd vlak vóór de winter van 46-47. Zeer veel gezinnen waren door de oorlogshandelingen hun woning kwijt geraakt. Er moest met spoed onderdak gevonden worden. Dat kon door noodwoningen te bouwen. De buurt die ontstond tussen de Groenewoudseweg, de (oude) Driehuizerweg (nu Heyendaalseweg) en het spoor kreeg de naam Gouverneursbuurt omdat de 8 straten genoemd werden naar gouverneurs -generaal in Nederlands-Indië, zoals Daendels en Jan Pieterszoon Coen.

1950. Op de achtergrond het Bisschop Hamerhuis.
Het waren krakkemikkige woningen, veel te klein voor gezinnen met een paar kinderen. Kippenhokken dus. Bouwvoorschriften werden opzij geschoven onder de voorwaarden dat de woningen niet langer dan 10 jaar zouden blijven staan. Het werden er uiteindelijk 25!
In de eerste jaren waren er mensen gehuisvest uit verschillende sociale lagen van de samenleving. In de jaren vijftig vertrokken de rijkeren, de geschoolden. De achterblijvenden waren ongeschoold, werkloos, arm en behoeftig. Het contrast met de overige bewoners van de wijk Galgenveld-Groenewoud was erg groot. Zeker in de latere jaren ondervond de buurt last van de bewoners van de noodwoningen, last vooral in de vorm van vernielingen en het storten van vuil. Jos Rompen, de tandarts, van wie de tuin aan de oostelijke zijkant over een lengte van ruim 60 meter grensde aan het terrein van de noodwoningen, vertelt:Er stond een schutting ter afscheiding. Dei bestond uit betonnen palen met betonnen platen ertussen. Die platen waren op een gegeven ogenblik over de een groot aantal meters stuk gestoten. Door de opening dumpten de mensen hun afval in onze tuin. Je moet denken aan kapotte stoelen, matrassen, blikken; ik herinner me nog dat er een closetpot tussen lag. Een dragline met zo’n grijper is een week bezig geweest om de rommel op te ruimen. Het was teveel om af te voeren, zeiden ze. Ze groeven een paar diepe kuilen in de tuin - eerst de zwarte bovenlaag apart gelegd - en daar werd alles in gegooid. De zwarte aarde er weer boven op. U kunt beter er nog niets op planten, de grond moet eerst inklinken’. Er kwamen kinderen door de openingen die op het mooi aangeharkte stukje grond gingen dansen. Ik heb tegen ze gezegd dat ze dat niet moesten doen, tot ik een stem hoorde: ’blijf met je gore rotpoten van die kinderen af’. Vader was dronken. Hij had een bijl in zijn hand. Toen ik met arm ophief om een slag tegen te houden beet die man me in de arm. In de krant stond toen een artikeltje onder de kop: ‘Man bijt tandarts’.
Het verhaal tekent hoe de Gouverneursbuurt verloederde. Niet alleen Rompen voelde de gevolgen. De gehele schutting langs het paadje werd successievelijk onder handen genomen. En meerdere achtertuinen kregen troep in hun tuin. Veilig voelde het ook niet. Pas toen de woningcoöperatie Nijmegen (later Portaal) goedkope huurwoningen kon aanbieden zoals o.a. in de Kolpingbuurt, kon de buurt worden afgebroken. Dat gebeurde vanaf midden jaren 60. In 1970 werd de laatste noodwoning gesloopt. Als herinnering aan dit wijkje met zijn korte bestaan heeft de Stichting Studenten Huisvesting Nijmegen (SSHN) de grote flat aan de spoorlijn De Gouverneur genoemd. In de Gouverneursbuurt stond ook een wijkgebouwtje, een houten keet, waarin o.a. een kleuterschooltje was gevestigd. Het gebouwtje droeg de naam ‘Buitenzorg’. De buurtbewoners leefden echter in het geheel niet ‘buiten zorg’; spottend noemden ze hun wijkje ‘Kamp Büchenwald’ (carnaval 1967).Op deze foto uit de Gouverneursbuurt zie je een jongen bovenop een auto staan, voor hem zitten meisjes. Het derde kind van links, lachend, Sarina, heeft nog bij ons als hulp gewerkt. Ook haar moeder heeft ons vele jaren prima geholpen om het huis (met drie jongens) schoon te houden. Sarina heeft ons verteld dat ze wel eens appeltjes uit onze tuin ‘gebietst’ had. Tja. Wij konden er wel om lachen.
Bron: www. Noviomagus.nl/noodwoningenGesprek met Franca en Jos Rompen, 18 januari 2017

< >