Jodendom van A tot Z

Prof.dr. Pieter W. van der Horst (2006)

Gepubliceerd op 14-02-2024

Talmoed

betekenis & definitie

lett. ‘studie, leer’. Onder de Talmoed wordt verstaan de verzameling van vroegrabbijnse commentaren op en debatten over de traktaten van de Misjna.

Nadat de Misjna van Jehoeda ha-Nasi door de meeste rabbijnen als gezaghebbende codificatie van de halacha was aanvaard, ontsponnen zich generaties lang in de rabbijnse scholen discussies over de juiste uitleg en de bijbelse basis van de in die Misjna uiterst beknopt geformuleerde regels. Na enkele eeuwen werd veel van de mondeling overgeleverde inhoud (Mnemotechniek) van deze debatten schriftelijk vastgelegd; de vastgelegde stof heet Gemara (lett. ‘voltooiing’). Misjna en Gemara in combinatie vormen de Talmoed.In Palestina vond deze vastlegging aan het begin van de vijfde eeuw n. C. plaats, hetgeen resulteerde in de Jeruzalemse of Palestijnse Talmoed (ook wel Jeroesjalmi genoemd); in Babylonië gebeurde dat pas rond 600 n. C. Bij deze schriftelijke vastlegging is door de eindredacteurs vaak sterk in de tekst ingegrepen (Saboraïm). Het is de Babylonische Talmoed die in de loop der eeuwen de gezaghebbende geworden is, niet de Palestijnse. De Bavli, zoals de Babylonische Talmoed vaak kortweg wordt aangeduid, is de Talmoed en daarmee het fundament van het rabbijnse jodendom geworden en gebleven. De Palestijnse Talmoed is ontstaan in de rabbijnse akademies van Tiberias, Sepforis en Caesarea, en is in het Hebreeuws en Palestijns Aramees; de Babylonische in de akademies van Nehardea, Sura en Pumbeditha in Mesopotamië (Irak), en is in het Hebreeuws en Babylonisch Aramees (Talen) gesteld.

De Talmoed volgt in de behandeling van de stof de volgorde van de Misjna (voor de indeling en de namen van de traktaten zie aldaar). Geen van beide Talmoeds behandelt echter de complete Misjna. De Jeroesjalmi behandelt de eerste vier sedarim vrijwel compleet, maar slechts een deel van één traktaat (Nidda) uit de zesde seder (de vijfde seder in het geheel niet). De Bavli behandelt vrijwel geen enkele seder compleet (uit seder Zera'im bijv. alleen het traktaat Berachot), de zesde seder helemaal niet, maar is in zijn totaliteit wel veel omvangrijker dan de Jeroesjalmi. Door het dikwijls associatieve karakter van de discussies in de Talmoed wordt regelmatig van het thema of het uitgangspunt ver afgeweken, zodat er naast halachisch ook veel haggadisch materiaal in beide Talmoeds is terechtgekomen. In posttalmoedische tijd is de Talmoed zelf voortdurend voorwerp van becommentariëring (en samenvatting) gebleven. Zie ook Soegja.

< >