de oudste verzameling geschriften van het christendom die in de vroege kerk kanonieke status hebben gekregen. Alle 27 documenten in het Nieuwe Testament zijn geschreven tussen 45 en 125 n.
C. Behalve de vier evangeliën bevat het een aantal brieven van Paulus en zijn leerlingen, de Handelingen der Apostelen, de Openbaring van Johannes, de Brief aan de Hebreeën, en een zevental kleinere brieven van Jakobus, Petrus, Johannes en Judas. Verreweg de meeste nieuwtestamentische auteurs waren joden.