Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

Woude (Ridderhofstad)

betekenis & definitie

WOUDE, (Huis te) weleer eene Ridderhofstad, in het Ambagt van Riederkerk, in het gedeelte van Zuidholland, de Riederwaard genaamd. Van het Huis is thans geen blijk of spoor boven den grond meer zigtbaar.

Uit de grondslagen, thans buitensdijks gelegen, en die, over ’t kruis, eene wijdte van tusschen de veertig en vijftig voeten beslaan, heeft men kunnen ontdekken, dat het aloude gestigt, even gelijk de Burgt te Leiden, van eene ronde gedaante moet geweest zijn. HUGO MUYS VAN HOLY, Ridder, Ambagtsheer van de Ketel en Spaland, Schout, en vervolgens Burgemeester van Dordrecht, de naagedagtenis van het aloude, vernietigde Huis voor de vergeetelheid willende bewaaren, deedt, in den Jaare 1670, op de fondamenten van den voorgaanden, eenen Toren van louteren Duifsteen bouwen. De landerijen, tot het Kasteel behoorende, vinden wij op zeventig Morgens begroot. Behalven andere geslagten, hebben deeze landerijen, geruimen tijd, behoord aan het straks genoemde Dordrechtsche geslagt MUYS VAN HOLY.

< >