Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

WINKEL (dorp)

betekenis & definitie

een Regtsban en Dorp, van merkelijke uitgestrektheid en aanzien, in Westfrieslands gedeelte, de Nieuwdorper Kogge genaamd, ongeveer twee uuren gaans ten Westen van de Stad Medenblik, aan den Zeedijk gelegen. Volgens de Quohieren der Verpondinge bevat de geheele Ban iets boven de duizend Morgens Lands.

Indien men moge afgaan op de onderscheidene tellingen der Huizen, en naar derzerver vermindering tot den afneemenden bloei der Banne besluiten, zou, daar in, merkelijke taaning zijn voorgevallen. Het getal van tweehonderdnegenëntachtig huizen, welke men hier in den jaare 1632 telde, was, in den Jaare 1749, tot op tweehonderdtwaalf gedund. Winkel, ’t welk met den titel van Stede pronkt, is eene zeer fraaie Plaats, in eene rechte lijn van genoegzaam vierhonderd Roeden betimmerd. Evenwijdig daar mede loopt een andere streek Huizen, ter lengte van honderdzeventig Roeden, bij den naam van Lutke-Winkel bekend. Behalven de groote streek, heeft men nog eene soort van Uitbuurt te Winkel, strekkende ongeveer zeventig Roeden langs den weg, die na Lutke- of kleine Winkel loopt. De Kerk van Winkel, staande niet verre van den Zeedijk, is een tamelijk fraai gebouw, hebbende een vierkant Torentje met een zeskanten Spits gedekt. Meer aanziens heeft het Raadshuis, ten wiens dake een net torentje oprijst, eindigende in eenen Lantaarn. Onder de burgerwooningen ontmoet men ’er, die in zindelijkheid en fraaiheid, naar den landsmaak berekend, den bloeienden welvaars van haare eigenaars verkondigen. In de aloude Geschiedenissen vinden wij Winkel meermaalen vermeld, als zijn aandeel hebbende gehad in de verwoestingen des Oorlogs. Graaf ARNOUD ontving in deszelfs nabuurschsp de nederlaage, in den Jaare 992. Omtrent tweehonderd jaaren daar naa wierdt het, door Graaf FLORIS DEN III, in koolen geleid. De Regeering der Stede bestaat uit Schout, zesendertig Vroedschappen, twee Burgemeesteren, zeven Schepenen, even zo veele Rekenaaren, en eenen Sekretaris. In zo verre Winkel Stederegt hebbende, Hoog en Laag Regtsgebied oefent, wordt de Schout tot de bediening van het eerste, voor ’s Lands Staaten, en tot die van het laatste door de Regenten zelve

aangesteld; deeze hebben daar toe het regt verkreegen, als zijnde hunne eigen Ambagtsheeren zints het Jaar 1741, op grond van den koop, in dat jaar geslooten.

Zie Noordhollandsche Arkadia.

< >