gebooren te Antwerpen, in het begin der jongstvoorgaande Eeuwe, was een der meest vermaarde Kunstschilders van zijnen tijd. De beroemde JAN RREUGEL was zijn Leermeester.
Toen hij een voegzaamen ouderdom bereikt hadt, namen hem de Jesuiten, in zijne Geboortestad, aan als Leekebroeder in hun Klooster. Volgens eene algemeene erkende waarneeming bezat de Orde, door alle tijden, eene ongemeene geschiktheid om de stemme der Natuur, in Jongelingen van meer dan gemeene begaafdheden, op te merken, en de opvoeding overeenkomstig daar mede in te rigten. Dit wierdt bewaarheid ten aanzien van den jongen SEGERS. De Kloostervoogd de natuurlijke geschiktheid tot de Schilderkunst in den Leekebroeder hebbende opgemerkt, zondt hem na Brussel, om de reeds gemaakte vorderingen nog verder voort te zetten. Hier schilderde hij, onder andere, de Landschapjes, welke men in de Kerk der Jesuiten, boven de Biegtstoelen, ziet, en die eenige lotgevallen of verrigtingen der Maatschappije verbeelden. Naa eenigen tijd vertoevens te Brussel, deedt SEGERS eenen keer na Rome. Al wat zich, in de Paleizen en Lusthoven der Grooten, fraai en der naabootzinge waardig was, wierdt hier het werk van zijn onvermoeid Penseel. Buitenslands zijnen zat hebbende bekoomen, keerde hij weder na zijne Geboortestad. Sedert praalde de Kerk van het Genootschap met uitmuntende voortbrengzels zijner kunst. De Keizer van het Duitsche Rijk en de Koning van Spanje stelden hem insgelijks te werk, om hunne heerlijke Kunstverzamelingen te verrijken. Voor FREDRIK HENRIK, Prinse van Oranje, schilderde hij eenen Bloempot. Zo wel voldaan was Zijne Doorluchtigheid over het Kunststuk, dat hij aan de Vaders Jesuiten daar voor ten geschenke zondt eenen Paternoster van fijn Goud, van welken de Kraalen zeer groot, en in de gedaante van Oranjeappelen gewrogt waren. De Kunstschilder zelve ontving een Verfplank, nevens eenige Penselen, alles van fijn Goud zeer fraai gewerkt. Voor de Prinsesse VAN ORANJE insgelijks eenen Bloempot geschilderd hebbende, ontvingen de Jesuiten voor hetzelve ten geschenke, een Gouden Kruis, ’t welk meer dan een pond zwaar was. De sterftijd en ouderdom van SEGERS is ons niet gebleeken. Alleenlijk vinden wij aangetekend, dat hij, in den Jaare 1646, den ouderdom van vijfënveertig jaaren hadt bereikt.
Zie KAREL VERMANDER.