waarschijnlijk een broeder des straks gemelden, als zijnde insgelijks van Antwerpen, en in het einde der Zestiende Eeuwe aldaar gebooren. De beroemde ABRAHAM JANSZEN was zijn eerste Leermeester in de Schilderkunst.
Zucht na meerdere vorderingen, zo ras hij eenen bekwaamen ouderdom bereikt hadt, dreef hem na het kunstrijk Italië, en bepaaldelijk na Rome. Hier leschte hij zijnen bijkans onverzaadelijken schilderdorst, met het naabootzen van de vermaardste Kunststukken der meest beroemde Meesters, welke hij ’er aantrof. Aldus verzamelde hij eene menigte Kopijen, zommige van welke met de Origineelen bijkans in ééne rang geplaatst wierden. Onder dit alles was SEGERS bekend geworden bij den Kardinaal ZAPATA, Afgezant van den Koning van Spanje aan het Roomsche Hof. Op sterk aanhouden van deezen, begaf zich onze Kunstschilder, onder het gevolg van zijne Eminentie, na Madrid. Deeze boodt hem den Koning aan; die hem, voorts, te werk stelde tot het schilderen van eenige uitgebreide Stukken voor het Koninklijk Paleis, als mede voor eenige Kerken en andere openbaare plaatzen. Tot erkentenisse verhief hem Zijne Majesteit tot den Adelstand, schonk hem een aanzienlijk Jaargeld op het Kasteel te Antwerpen, en gaf hem voorts verlof, om na zijn Vaderland te rug te keeren. Den roem, reeds buitenlands behaald, vergrootte hij nog, zedert zijne wederkomst. Zijne Schilderij verbeeldende den gekruisten PETRUS, met het hoofd nederwaarts hangende, wordt zeer geroemd; gelijk ook de Tafel van het Groote Altaar in de Kerk der Jesuiten te Antwerpen, verbeeldende eene Kruisverheffing, en een werk van zijne vindingen.
Voor den Hertog VAN NIEUWBURG schilderde hij eene H. MAAGD. Boven den prijs, op welken her Stuk geschat was, ontving hij daar voor ten geschenke, een Gouden Penning, hangende aan een Keten van het zelfde metaal. Wijders gaan in prent uit verscheiden fraaie Nachtgezigten, gevold naar tekeningen van zijne hand. Door zo veele Kunststukken, en den aanzienlijken prijs, welke voor dezelve wierdt betaald, hadt SEGERS een aanmerkelijk vermogen bij een gebragt, en was hij door hetzelve in staat gesteld, om een pragtig Huis te doen bouwen; ’t welk hij voorts met eene menigte van de kunstigste Schilderijen versierde. GERARD SEGERS overleedt in den Jaare 1651, in den ouderdom van zestig jaaren. Hij moet, derhalven, in den Jaaren 1591 gebooren zijn.
Zie KAREL VERMANDER.