Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

S. MAARTEN

betekenis & definitie

met Eenigenbuig en Valkkoog, drie onderscheidene Dorpen, doch, zedert meer dan driehonderd jaaren, één gemeen Regtsgebied uitmaakende. Het legt in het gedeelte van Noordholland, Geestmer-Amhagt geheeten, en is onder de benaaming van Valkkoog, of Valker-Kogge bekend.

De gezamentlijke Regeering der geheele Ambagtsheerlijkheid bestaat uit eenen Schout, zo wel over lijfstraffelijke als over burgerlijke zaaken, die van de Staaten van Holland en Westfriesland zijne aanstelling ontvangt; voorts uit vijftig Vroedschappen en zeven Schepenen. Tot de eerstgemelde worden, uit die van S. Maarten twintig, tot de andere drie persoonen verkoozen. De uitgestrektheid lands, welke meer bepaaldelijk onder S. Maarten behoort, wordt op ruim zeshonderd Roeden begroot. Volgens de opneeming, in den Jaare 1732, stonden ’er toen drieëntwintig Huizen minder, dan honderd jaaren vroeger. Men telde ’er naamelijk honderd en tien, nevens eenen Koornmolen. Het Dorp legt drie uuren gaans ten Noorden van Alkmaar. De Kerk, zo als men ’er veele, in dien oord, heeft, is een vrij groot, doch oud gebouw. Volgens een aloud Opschrift, zoude zij reeds voor driehonderd en dertig jaaren gestigt zijn. Op den vierkanten Toren staat een zeskantig Spits, welke, door den Donder, over zijde gezet is.

< >