S. ANDRIES, een zeer vermaarde Schans, in Gelderland, in het Oostlijk gedeelte van de [i]Bommeler-Waard.
Don[/i] FRANCISCO DE MENDOZA, Admirant van Arragon, in den Jaare 1599, in den gemelden oord, een weinig boven Rossem, hebbende post gevat, stigtte aldaar den genoemden Schans, op eene plaats, van waar men, ter wederzijde, de maaze en de Waal konde bestrijken, om alzo de Stad Bommel te bedwingen, op welke hij eenen toeleg hadt gemaakt. In 't volgende jaar viel de Sterkte in handen van Prinse MAURITS. De Spaanschen, in den Jaare 1637, deeden ’er eenen vergeefschen aanslag op. Gelukkiger slaagden de Franschen in den Jaare 1672, wanneer zij den Schans niet verlieten, zonder alvoorens alle de Werken verwoest te hebben. Sedert heeft men de Vesting wederom in goeden staat van tegenweer gebragt. Het Kwartier van Nijmegen stelt ’er eenen Kommandant en eenen Majoor aan.
Ook betaalt hetzelve de manschap, die ‘er bezetting houdt, bestaande uit een klein getal geappoincteerden. De Raad van Staate houdt ’er eenen Kommies van ’s Lands Magazijn, en de Admiraliteit op de Maaze eenen Kommies ter Recherche. De Gereformeerde Gemeente wordt ’er door éénen Predikant bediend.