RYKAART, (DAVID) gebooren te Antwerpen, in den Jaare 1615, leide de gronden der Schilderkunde onder het opzigt van zijnen Vader, die insgelijks met lof de edele kunst beoeffende. Tot op zijn vijftigste jaar hieldt hij zich aan de behandelinge welke hij in zijne vroege jeugd geleerd hadt.
Sedert, men weet niet om welke redenen, veranderde hij van manier. Het deftige en ernstige wierdt nu geheel ter zijde geschooven, om plaats te maaken voor allerleie snaakerijen bij vuur en kaarslichten, zelf voor zo genaamde aartigheden, in welke de waarheid aan eene verhitte verbeeldingskragt wierdt opgeofferd. Dus schilderde hij Spooken, helsche Gezigten, zo genaamde St. Anthonis-temptatien, waarin eene menigte van kleine Duiveltjes de vlugt neemt op het gezigt van het Kruis, 't welk dien Heilige tot eenen Beschermengel diende. Hoe aanstootelijk voor het gezond verstand dusdanige Schilderijen ook mogten weezen, de wijze van uitvoeringe en behandelinge deedt den Maaker een beroemden naam verwerven. De Aardshertog LEOPOLD en andere Grooten of minnaars van de Kunst, kogten ze gretig, gaven ’er groot geld voor, en versierden met dezelve hunne Kunstverzamelingen.Zie HOUBRAKEN.