JAKOB LAURENSZOON REAAL. Onder den naam van REAAL ontmoet men, in onze Geschiedenissen, verscheiden Mannen, vermaard om hunne zucht voor de Vaderlandsche vrijheid, zo ten aanzien van den Burgerstaat, als in het Godsdienstige.
Wij ontmoeten ’er een aanzienlijk getal van op de Regeeringslijst van Amsterdam. De persoon, welken wij thans aankondigen, Sekretaris der Admiraliteit in even genoemde Stad, onderscheidde zich, in den aanvang der voorgaande Eeuwe, door zijnen ijver voor de begrippen der Remonstranten. Men leest zijnen naam, nevens dien van verscheiden zijner Stadgenooten, onder eenen Brief, geschreeven aan eenige Leidsche Predikanten, inhoudende een verzoek om een Leeraar naar hunnen smaak, en die voor hun in 't bijzonder den Dienst zoude waarneemen. De Brief was getekend den dertigsten Januarij des Jaars 1617. Nog in dat zelfde jaar was hij tegenwoordig in eene Vergadering van lieden van zijne denkwjze, in eenen Spijker of Pakhuis, op Dwarsboomsloot, die door 't Graauw gestoord, en alwaar zeer groote baldaadigheden gepleegd wierden. Niet lang daar naa hing zijn huis het gevaar van plonderinge boven 't hoofd; doch de bewooners kwamen vrij met den schrik. Volgens besluit van den Kerkeraad wierdt den Heere REAAL, omtrent dien tijd, het Avondmaal ontzegd, en hij naderhand, door het afkondigen van den Ban, van de Gemeente afgesneeden. Wat zedert van hem geworden zij, vinden wij nergens aangetekend. De Heer JAKOB LAURENSZOON REAAL was de Zoon van LAURENS JAKOBSZOON REAAL, van wien beneden breder zal gesproken worden.
