Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 25-01-2023

Piershil

betekenis & definitie

PIERSHIL, eene Heerlijkheid en Dorp, in Zuidholland, in het Land van Putten. De uitgebreidheid wordt begroot op negentienhonderd achtentwintig Gemeten en tweehonderd zevenendertig Roeden Lands, en het getal der Huizen, volgens de jongste opneeming, geschat op eenëntachtig.

Het Dorp legt aan een Vaarwater, uitloopende in het Spuy, ’t welk met het Haringvliet en de Oude Maaze gemeenschap heeft. De vaart van kleine Schepen, op de Hollandsche en Zeeuwsche Steden, wordt hier door bevorderd. Piershil, hoewel niet groot, is nogthans een tamelijk welvaarend Dorp. Van wegen de lustigheid van den Oord, plagt men ’t, eertijds, het Klein Haagje te noemen. De Heer der Heerlijkheid heeft ’er een fraai Huis, met aangenaame beplantingen. De Kerk, een goed gebouw, pronkt met een hoogen spitzen Toren; zij wordt door een eigen Leeraar bediend.

< >