Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 09-12-2022

Merwe

betekenis & definitie

MERWE, eene Rivier in Zuidholland, oorspronklijk uit de Waal, welke een Tak van den Rhijn is, is niet vroeger bij dien naam bekend, dan naa haare vereeniging met de Boven-Maas, bij de Stad Woudrichem en het Kasteel Loevestein. Zo veel de berigten aanwijzen, heeft deeze Rivier, wat haaren loop aangaat, zints de vroegste tijden, weinig verandering van gedaante ondergaan, hoewel zij eertijds veel wijder moet geweest zijn, en over de Landen, ten Noorden geleegen, een vrijer loop gehad hebben. Gantsch onregelmaatig is, intusschen, haare gedaante. Nu eens vertoont zij zich als eene geheele Zee; dan wederom wordt zij tot naauwlijks een derde gedeelte van haare voorgaande wijdte vernaauwd; terwijl gij, op andere plaatzen, hoewel, van nieuws, meerder uitgebreidheid beslaande, met veelvuldige Eilandtjes en droogten is bedekt. Hier uit ontstaan veelvuldige overstroomingen, veroorzaakt voornaamelijk door het hoog en veelvuldig Bovenwater, 't welk dikmaals dijken en dammen doet scheuren, en het omleggende Land onder water zetten; waar bij koomt de belemmering van het afstroomende water, door de Kribben, Dammen en Hoofden, welke in de Rivier uitsteeken, om Grond te winnen, of tot behoud der aanleggende Landen en Dijken.

< >