Merula, Paulus

betekenis & definitie

PAULUS MERULA wierdt gebooren te Dordrecht, in den Jaare 1558. Naa alvoorens, in zijn Vaderland, de gronden der Taalkennisse geleid te hebben, sleet hij acht jaaren aan de Hoogeschoolen van Orleans en Geneve, in de beoeffeninge voornaamelijk der Regtsgeleerdheid. Vervolgens Duitschland, Italie, en ook Engeland bezogt hebbende, keerde hij weder na zijn Vaderland, met oogmerk om zich met het pleitbezorgen te geneeren. Omtrent deezen tijd verliet de vermaarde JUSTUS LIPSIUS het Leidsche Hoogeschool. Dit bewoog de Heeren Bezorgers, den post van Hoogleeraar in de Geschiedenissen aan MERULA op te draagen, als zijnde hem het gerugt zijner geleerdheid na 't Vaderland vooruit geloopen. Vijftien jaaren hadt hij deezen post, met grooten roem, bekleed, wanneer hij, ter gelegenheid van het overlijden van den jongen DOUSA, daarenboven tot Opziener van de Boekerije van 't Hoogeschool wierdt aangesteld. Ter herstellinge van zijne zwakke gezondheid, als mede om de bloedverwanten zijner Huisvrouwe te Rostock te bezoeken, deed MERULA derwaarts eene reize, in den Zomer des Jaars 1607. Hij stondt nu gereed om weder te keeren na Holland, wanneer hij overvallen wierdt van eene Bloedspuwinge, die wel haast een einde van zijn leeven maakte, in 't negenenveertigste jaar zijns Ouderdoms. Van 's mans vlijt en geleerdheid draagen getuigenis de veelvuldige Schriften, van hem voorhanden: onder andere, Cosmographia generalis et specialis; Praxis Civilis Curiae Provincialis apud Batavos, in 't Nederduitsch bekend onder den tijtel van Praktijk Civiel van 't Hof van Holland; Ennii Fragmenta cum Commentariis; Plakkaaten en OrDonnantien op 't stuk der Houtvesterij; Tijdtresoor der Kerkelijke en Wereldlijke Regeeringe, van Christus geboorte af tot het Jaar 1200. Dit laatste Werk is naderhand, door zijnen Zoon, WILLEM MERULA, vervolgd tot op het Jaar 1614.