eene zéér vermaarde Sterkte of Kasteel, op den uitersten hoek van den Bommelerwaard, ter plaatze alwaar de rivieren Maas en Waal zich vereenigen, op den afstand van drie vierendeelen uurs van Gorinchem, en één kwartier uurs van Woudrichem. Zo wel de naam des stigters, als de tijd der bouwinge is onbekend. Het bestondt reeds, in de hoedanigheid van eene Sterkte, in den Jaare 1397, als wanneer het belegerd en ingenomen wierdt door WILLEM VAN OOSTERVANT, Zoon van ALBREGT VAN BEYEREN, Graave van Holland. BRUINIS VAN HERDERWYNEN, Thesaurier van Holland, weigerende het doen van rekeninge, was daar binnen gevlugt, om zich tegen ’s Graaven toorn te beveiligen.
Van wegens zijne aangelegenheid, als eene Grensvesting, wierdt het Slot meermaalen bezet en ingenomen. Stout is de daad, aldaar gepleegd door eenen HERMAN DE RUITER, Ossekooper van 's Hertogenbosch, in den Jaare 1570. Het was thans in de magt der Spanjaarden, en hij, de zijde van ORANJE toegedaan, vast beraaden om het hun te ontweldigen. In een Minderbroeders gewaat gedooken, en nog drie Boute Knaapen te hulpe genomen hebbende, begaf hij zich daar binnen, maakte den Slotvoogd af, en Zich voorts meester van de Vestinge. Vierentwintig man, hem straks toegezonden, leenden hem de hand om ’er zich te versterken. De wijze, op welke de Spanjaards het wederom magtig wierden, zullen wij op het Artikel van DE RUITER verhaalen. Zints den tijd, dat het in der Staaten handen is gevallen, diende het meermaalen tot eene staatsgevangenisse, onder andere, in den Jaare 1619, voor de Heeren HUGO DE GROOT en ROMBOUT HOGERBEETS, en in den Jaare 1650 voor zes Staatsleden, op last van Prinse WILLEM DEN II derwaarts gevoerd. Eenige Remonstrantsche Leeraars wierden ’er insgelijks geruimen tijd bewaard, doch bekwamen, even als DE GROOT, door eene list, hunne vrijheid.
De Buitenwerken van Loevestein worden door de Wateren van de Waal bespoeld. Aan den kant der Maaze is zeer weinig voorland; het bestaat meestal uit Rietgorzingen en Grienden, die zomtijds van de Rivier overstroomd worden. Voorts is het Gebouw een zeer groot gevaarte, uit eene wijde en diepe Graft zeer hoog opgetrokken; zo dat het op een verren afstand kan gezien werden. Het heeft twee zwaare vierkante Torens, met achtkantige Leijen kappen gedekt. Een Voorburgt, van een kleinen Toren voorzien, is, door middel van eene Binnengraft, van het Slot afgescheiden. Buiten deezen Voorburgt staan de Barakken voor de Soldaaten; als mede de wooning van den Predikant, welke, in eene Kerk binnen de Vesting, den Dienst waarneemt. De Buitenwerken beslaan uit vijf aarden Bolwerken, en een goeden Wal, binnen eene wijde Graft beslooten. Bestendig legt daar binnen eene Bezetting, staande onder eenen Kommandant. De Staaten van Holland zijn daar van de Betaalsheeren.
Zie GOUDHOVEN, VAN METEREN en VALKENIER.