in het Nederkwartier van het Sticht, aan de Vaart van Amsterdam en Utrecht, tusschen Bambrugge en Nieuwersluis, al in den Jaare 1536, door de Staaten ’s Lands van Utrecht, voor eene Ridder-Hofstad erkend. Reeds in de Elfde Eeuwe was het Geslagt VAN LOENERSLOOT bekend, en zal, waarschijnlijk, het Slot ook in dien tijd gebouwd zijn.
Het Huis, zijnde leenroerig aan het Sticht, en hebbende onder zich over de honderd Agterleenen, maakt de vertooning van een oud en zwaar Kasteel, leggende rondom in breede Graften. Een ronde, hoogopgaande Toren steekt nog ten dake uit, met de overblijfzels van Schietgaten. De Heer HENDRIK WILLEM VAN HOORN, 't eenigen tijde eigenaar van het Slot, heeft een goed deel van de aloude gedaante doen plaats maaken voor een meer hedendaagsch aanzien. In stede der ouderwetsche Vensters, pronkt nu het gebouw met eene menigte Engelsche Schuifraamen. Wijders zijn in den omtrek fraaie tuinen en aangenaame beplantingen aangeleid.