Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 24-11-2022

HOEFNAGEL, GEORG

betekenis & definitie

GEORG HOEFNAGEL, EEN NEDerlandsch Kunstschilder, gebooren te Antwerpen, in den Jaare 1545, gaf zich, al vroeg, over aan de beoeffeninge der Schilderkunst, tegen den zin zijner Ouderen, die een ontwerp gemaakt hadden om hem tot de Bouwkunst op te leiden. In de plundering van Antwerpen, nevens veelen hunner medeburgeren, van alles beroofd zijnde, verzelde de jonge HOEFNAGEL DEN VERmaarden Aardrijkskundige ABRAHAM ORTELIUS, OP DESZelfs reize na Duitschland.

Ter goeder uure wierdt hij hier bekend aan den Hertoge van Beijeren, en boodt hem eenige van zijne Tekeningen aan. HOEFNAGEL ONTVING daar voor een geschenk, groot genoeg, om uit hetzelve eene reize na Italië te bekostigen. Bij zijne wederkomst boodt hij zich, van nieuws, zijnen Weldoener aan, die hem thans, als Hofschilder, in zijnen dienst nam. Naa ’s Hertogs overlijden oeffende hij, in de zelfde hoedanigheid, zijne kunst aan ’t Hof van Ferdinand van Inspruck. Deeze stelde hem te werk aan het schilderen van een Misboek. Acht jaaren leide hij daar aan te koste. Men hieldt het voor een meesterstuk in zijne soort.

Naaderhand wierdt hij Hofschilder van Keizer RUDOLF. VOOR DEezen schilderde hij vier Boeken met Dieren. Het eerste Boek bestondt uit viervoetige, het tweede uit kruipende Dieren, het derde uit Vogelen, het vierde uit Visschen. In de kunst van dierenschilderen bestondt zijne voornaamste sterkte. Wijders gaat hem de naam naa, dat hij tot de Dichtkunde niet ongeschikt was, en draagelijke Latijnsche en Hoogduitsche Vaerzen maakte.Bij zijn overlijden, in den Jaare 1600, liet hij nevens aanzienlijke goederen en een beroemden naam, door de beoeffening van zijne kunst verworven, eenen Zoon naa, JOANNES HOEFNAGEL, DIE, INsgelijks door de behandeling van ’t penzeel, een goeden naam gemaakt heeft.

< >