HILLEGOM, EEN VErmaaklijk Dorp, in Rhijnland, waar van de Ambagtsheerlijkheid thans behoort aan den Heere JAN SIX, OUD-SChepen der Stad Amsterdam, als zijnde door eenen van deszelfs Voorzaaten, den Heer Mr. JAN SIX, IN DEN Jaare 1723, toen reeds Heer van Vromade, uit de Landschaps Domeinen aangekogt, voor eene somme van achttienduizend en vijfhonderd Guldens.
Zeer aangenaam is de gelegenheid deezes Dorps, aan den Heerenweg, tusschen Haarlem en Leiden, zo van wegens den menigvuldigen doortogt van Reizigers, als om de bekoorlijkheid der omringende Landstreeke, in welke het oog zich kan verlustigen op eene groote verscheidenheid van fraaie gezigten. Op het Plein in het Dorp staan Lindeboomen, die, in hoogte en ouderdom, hier te Lande weinigen hun gelijk hebben. Het tegenwoordig Kerkgebouw draagt nog kennelijke blijken van deszelfs voorgaande veel grootere uitgestrektheid. Kunstkenners beschouwen en roemen den Kerktoren, als een Meesterstuk van Bouwkunde. Veel aftrek is ’er, van wegen derzelver smaaklijkheid, in fruiten, moeskruiden en vrugten, welke hier gekweekt worden. Volgens de jongste opgaave van den Jaare 1732, stonden te Hillegom honderdvijfenvijftig Huizen.
De Lustplaats van den Ambagtsheere, van tijd tot tijd, merkelijk verfraaid en verbeterd, verstrekt het Dorp tot geen gering sieraad. Onder hetzelve, aan de Hillegommerbeek, aan den Trekvaart van Haarlem op Leiden, staan eenige Kalkovens. Ook legt aan deeze Beek, het van ouds genaamde Hof van Hillegom, een oud Leen van Holland, reeds voor bijkans driehonderdvijftig jaaren bekend, en in laatere tijden, of misschien nog heden, de eigendom van het Haarlemsche Geslagt VAN SYPESTEIN.