Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-07-2022

GROOT, JAN of JOHAN DE

betekenis & definitie

broeder van den zo evengemelden (CORNELIS), en vader van onzen vermaarden HUGO, had, te Douaij , den trap beklommen van Meester der vrije Konsten en Filosophie, en vervolgens dien van Doctor in de Regten. Hij was een groot vriend der geleerdheid en der Geleerden; houdende, in den bloei zijner Jaaren, een gemeenzaamen omgang en briefwisseling met de voornaamste Letterhelden van Nederland, in ’t bijzonder met LIPSIUS, die hem zijnen vriend en leerling noemde.

Ook was hij ervaaren in de Latijnsche Poëzij. In het Jaar 1589, verkreeg hij, zo als wij boven gezien hebben, den rang der Veertigen of Vroedschappen zijner Geboortestad Delft, en werd aldaar, in het Jaar 1591, Burgemeester. Vervolgens beklom hij de waardigheid van Curator der Leidsche Academie, en eindelijk die van Raadsheer van den Graave VAN HOOHENLOO. Hij was gehuwd met ALIDA VAN OVERSCHIE, eene vrouwe van een aanzienlijk Geslagt, uit den Huize van Overschie ep Adrichem.

< >