Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 19-04-2022

FLORIS DE II

betekenis & definitie

van dien naam, was de zoon van Graave DIRK DEN V, en van OTILDA. Hij volgde zijnen vader in het Jaar 1091 of 1092. Sommigen, die GERTRUI VAN SAXEN, ROBBERT DEN VRIES, en GOVERD MET DEN BULT uitsluiten, noemen hem den agtsten der Graaven van Holland; doch anderen, welke hun te regt op die lijst een plaats gunnen, houden hem voor den elfden. Deeze FLORIS, het zij hij van eene vreedzaame geaartheid was, of dat zijn zwaar lichaam, waar door hij den bijnaam van DE VETTE droeg, geene vermoeienissen toeliet, regeerde, geduurende den tijd van eenendertig Jaaren, zijne Landen in vrede, zonder oorlog te voeren. DOUZA en BARLANDUS getuigen, dat hij zwaar van lichaamsgestalte, schoon en ontzachelijk van aangezigt, beleefd, milddadig, en een groot voorstander en weidoener der armen was, en de liefde van alle zijne onderdaanen bezat.

Doorgaans hield hij zijn verblijf te Haarlem, Zijne hofhouding was prachtiger dan die zijner voorzaten; tot zo verre zelfs, dat de naam daar van naar andere Landen overwaaide. Door eenige Schrijvers, voor ’r overige altoos wangunstig op Holland , word hij, zo In dit als andere opzigten, gepreezen, en eenparig getuigd, dat onder al dien voorspoed, zijne onderdaanen tot geen de minste buitenspoorigheden uitspatteden. Wij maaken, met voordagt, geen gewag van het verschil, tusschen deezen FLORIS en den Frieschen Edelman GALAMA, in ’t bosen de Kriel, omtrent het regt van de jagt, ontdaan , als zijnde een vertelzeltje, door den zogenaamden KLAAS KOLYN ter baan gebacht, en geen het minste geloof waardig, zo als, op het Art. GALAMA, blijken zal. Ook spreeken wij niet van zaaken, door laatere Schrijvers, onder zijne Regeering gemeld, als zullende nader blijken, dat die gebeunenisün en oorlogen ten tijde van zijnen kleinzoon voorgevallen en gevoerd zijn. J. BESA noemt hem Confrater der Utrechtsche Kerk. ’t Was naamelijk, in dien tijd, eene gunst, en zelfs eene betooning van groote devotie, in de broederschappen aangeschreeven te worden; zo dat groote Vorsten, Keizers en Koningen zulks voor een groote eere rekenden.Zijne Gemalinne was PETRONELLA, zuster van Keizer LOTHARIUS, en dochter van Hertog DIRK VAN SAXEN. Bij deeze won hij DIRK, die hem opvolgde; FLORIS, bijgenaamd DE ZWARTE, Stadhouder van Kennemerland; Jonkheer SIMON , en ééne dochter HADEWY, of HEDWIG genaamd, die de vrouw werd van GERRARD VAN NASSAU, zoon van OTTO, Graave van Gelder. FLORIS DE II overleed, volgens de beste tijdrekening, den 6 Maart, van het Jaar 1122. Hij werd begraaven te Egmond.

De beste onzer Jaarboekschrijveren, zegt ALKEMADE op MELIS STORE, spraken met ongemeenen lof van de manmoedigheid, wijsheid en regeerkunde deezer vrouwe, en met verwondering van de groote bedrijven, welke zij, terwijl zij het roer der Hollandsche Regeering, wegens haaren onmondigen Zoon , den jongen Graaf DIRK, in handen had, uitvoerde. ’t ls (zegt hij verder) onbedenklijk, dat de voorouders haar niet mede onder het getal der Hollandsche Graaven en Gravinnen gerekend hebben; en dit is de reden, dai SCHRIVERIUS, in zijne geleerde aantekeningen op het Goudsche Chronijkje, haar zeer gunstig gedenkt, noemende haar een manmoedige vrouwe; verhaalende voorts dat zij, bij goedvinden der Staaten, na haars mans dood, zelve de heerschappij des Lands, en de voogdij over haare kinderen aannam, een tijd lang loffelijk waarnam, en meer dan vrouw OEEFTRVI verdiend had, in dea rang der Gravinnen geplaatst te worden.

VELDERNAAR tekent het volgende, wegens FLORIS en zijne Gemalinne, aan.

„ Florens die ander de also ghenoemt Greue Dircks soen was die VIIJ Greue van Hollant ende van Zeelant Heer van Vrieslant XXXIIJ jaer lanck. Hie nam een wijff hiet Petronilla ende was des Keijzers Lotharius suster daer hi bi wan drie sonen ende een dochter die eerste hiet Dirck ende was Greue na die vader. Die andere soen hiet Florens. Ende die derde soen hiet Sijmeon ende die dochter hiet Hadewijck ende was een schoen Joffer. Dese Greue was gheheten Florens die vette ende was al te schoen van liue vreedsaam van herten, milde van aelmissen te gheuen Ende hi had meer deugden ende recheijden dan enich van sinen voeruaders.”

„ In ’t Jaer MCXXIIIJ. starff dese edel Vorst Greue Florens op die VI nonas van meert en werd begrauen met grooter uitvaart bij sijn ouders tot Egmont in ‘t cloester ende Petronilia die Greuinne gaff veel aelmissen voer hoer manss ziel ende si dede veel goets ende veel fundieren ende tijmineren aen dat cloester van Reijnsborch Ende si starff op die X kalendas van Junius ende wert tot Reijnsborch begrauen in ’t cloesler.”

Wij stappen van hem af, met de regelen, door LANGEKDYK op zijne afbeelding gemaakt.



Aanschouw Graaf
FLORIS beeld met eerbied en ontzag

Die eenendertig Jaar in vrede ‘t Land regeerde ;

Die Kerktwist en geweld van Hollands bodem keerde,

Ter liefde van ’t gemeen, dat hem aan ‘t herte lag.

Dus zal zijn naam met die van PETRONELLA leeven,

Die Rhijnsburgs Nonne Abtdij Godvruchtig heeft gebouwd,

Wien 't lust den oorlogsheld een lauwerkroon te geeven,

Dit hoofd verdient een kroon van vreede olijf en goud.


Zie de voorgemelde Schrijvers.

< >