De Oostelijke Kil van den Rhijn, die van het Flie, of het Vliemeer, tot aan het Vliegat loopt, werd, in de oude Oostfriesche wetten, Fli genaamd, in plaats van Flevi; de letteren E. en V daar uitgelaaten zijnde, gelijk PTOLEMEUS ook gedaan heeft. Bij de laateren heeft ze wederom den naam van Fievus gekreegen. Deeze stroom schijnt, van de tijden der Romeinen af, tot aan het begin van de 13 eeuw zijnen loop en engte behouden te hebben, wanneer afgrijslijke en menigvuldige watervloeden het gat geweldig wijder gemaakt hebbende, de wadden zeer wijd over het Land uitgezet, en, voor de wateren van den Vliestroom, eenen nieuwen weg geopend hebben, om, regt toe regt aan, naar de Noordzee voortteschieten; waar van de voorige kromme stroom, nog hedendaags, den naam van het Oude Vlie behoud. Het welk een onwrikbaar bewijs is, dat het Eiland, welk, door het nieuwlings bespoelen van den Vliestroom, eerst gemaakt is, en nu ’t Breezant genaamd word, gantsch geene overeenkomst heeft met het Eiland Flevo van POMPONIUS MELA, gelijk verscheiden mannen, al te los en ligtvaardig, tot nog toe gemeent hebben. Van deeze oude watervloeden heeft niemand den nakomelingen zekerder berigt nagelaaten, dan de Abten van Wierum, EMO en MENCO.
ALTING , Not. Germ.