een Overijsselsch Dorp, onder het Landdrostampt van Twent. De begeeving van de Pastorij geschiedde, weleer, bij beurten, nu door de Oppermacht, en dan door den Bisschop van Deventer. In dezelve waren twee Vicarijën gesticht, de eene van ST. ANTHONIJ, en de andere van ST.
CATHARINA AGNES. Thans heeft het den naam van Denekamp.Zie Oudheden van Deventer, II, Deel, p. 355.