of Boesichem, wordt, in den brief van ANDREAS, Bisschop van Utrecht, van het jaar 1131, eene Kerk en Renthoeve (curtis) genoemd. Het is een Dorp, behoorende onder het Graafschap Buuren, boven Cuilenburg, aan de linkerzijde van de Lek, en wordt hedendaagsch Buesichem genoemd.
Van deze plaats heeft zeker adelijk geslacht den naam van Boesingen gehad: van hetzelve wordt menigmaal in de giftbrieven gewag gemaakt, en bijzonderlijk in dien van OTTO DEN TWEEDEN, Bisschop van Utrecht, op het jaar 1220; zie verder wat hiervan op ’t Art. BOSINCHEM gezegd is.