was voorheen een Abdij van de Cistersienzer Orde, nabij Bolsward. Zij had den naam ontleend van een Bloemhof, ten Westen van de Abdij gelegen; naderhand droeg het den naam van het Oldeklooster, welken naam het ook behouden heeft. Deeze Abdij nam, in het jaar 1181, haaren oorsprong uit die van Klaarkamp. Drie broeders, TETHARDUS, HERDRADUS en SCHALDUS, schonken daar aan alle hunne roerende en onroerende goederen, en begaven zig onder de Kloostertucht.
Bisschop BALDUINES DE TWEEDE gaf vrijheid tot de oprichting daarvan, en in 1192 werd TETHARDUS als de eerste Abt aangesteld. Het bleef in stand tot het jaar 1572, in welk jaar het, door JORIS SCHENK, belegerd, en door DIRK VAN BRONKHORST ingenomen, geplonderd en onder den voet gesmeeten werd. Volgens WINSEMIUS was dit het sierlijkste en voortreffelijkste gestigt van geheel Friesland, zo aan inkomsten als anderzins. Toen, in het jaar 1537, zegt hij, de Makkummerzijl vermaakt en vastgemaakt werd, werd ’er een verbaazend aantal menschen en beesten in de Abdij onderhouden.
Zie Oudheden van Friesland.