een der Dorpen van ‘t Axeler Ambacht, in Staats-Vlaanderen. VAN DER HOUVE zegt, dat, toen voorheen gantsch Vlaanderen op eene schatting of jaarlijksche Bede van zekere somme gelds gesteld was, de vier Ambachten, met de Steden Hulst en Axel, in ieder duizend ponden Vlaamsch geschat waren op agttien ponden, en Axel en deszelfs Ambacht daarin zes ponden en vier grooten moest dragen. Beooster-Blie, naar gelaage van deszelfs uitgestrektheid, betaalde daarin agt-en-twintig schellingen en agt grooten, zijnde de hoogste belasting van alle de Dorpen. Dan dit moet onder de verdronkene Dorpen van dit Ambacht geteld worden, schoon de Polder van dien naam nog in wezen is.
Zie Handvest Chronijk, 11. Deel, fol. 439.