Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

BENDELMERBRUG

betekenis & definitie

is een Veen of Meir, ‘t welk EGBERTUS VAN AMSTEL, schuldig zijnde aan gekwetste Majesteit, met alle deszelfs rechten, moest afstaan aan GODEFRIED, Bisschop van Utrecht, om zig met denzelven te bevredigen. Hij moest een eed doen, dat hij het afstond, en alleenlijk het Drostampt, van den Bisschop, als zijn Opperbestuurder, ter leen zou ontvangen: op voorwaarde, dat het dus ook op de Zoonen van EGBERT zou overgaan.

Dit is, naar alle waarschijnelijkheid, een dier Veenen, welk, door BEKA, Broekland genoemd worden.Zie ALTING, en uit hem HALMA.

< >