Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

BENEDICTA FRESIA

betekenis & definitie

zou, volgens de vertelling der Ouden, een streek Lands in Neder-Indiën geweest zijn. Daar uit zouden getrokken weezen drie Broeders, FRISO, SAXO en BRUNO, met zig voerende een groote menigte Volks, ten dienste van ALEXANDER DEN GROOTEN, toen hij zijne wapenen in de Indiën overgebragt had.

Zij hielden, volgens inhoud van het verhaal, hun verblijf in het Emodische Gebergte. ALEXANDER, dien zij groote diensten gedaan hadden, overleden, en zijne Monarchie, onder de Vorsten, die onëenig waren, en elkander beöorloogde, vervallen zijnde, keerden deeze drie Broeders naar hun Vaderland te rug; waartegen de Indiaaanen zig verzetteden; waarom zij eenige Schepen toerustten, en daar mede een ander Land zochten. Zij voeren door de Indische Zee, naar ‘t Westen, draaiden vervolgens naar ‘t Noorden, en kwamen in ’t Vlie, omtrent 313 Jaaren vóór CHRISTUS geboorte. Zo schrijft SUFFRIBI PETRI, voor wiens verhaal, en niet hooger, wij dit opgeeven. Gemelde Frizo, zou zig in ‘t gewest, nu Friesland, naar hem zo genoemd, nedergezet, het zelve bedijkt, en de bewooners den naam van Benedicta Fresia verkreegen hebben. PLINIUS zegt wel, dat veele Volken uit Asia, de Indiën en andere gewesten vertrokken zijn; dat zij zig, na een langen Scheepvaart, in de Noordelijker deelen zouden neergezet hebben. Doch dit alles geeft geen zekerheid aan deeze beuzeltaal. Wij hebben zulks reeds meermaalen gezegd, en op de Artikelen FRIES en FRISO zullen wij hetzelve omstandiger aantoonen.

Zie S. PETRI, WINSEMIUS, en anderen.

< >