in ’t Fransch Arras, is de Hoofdstad van Artois, een der 17 Provintien. In de oude reiskaart van ANTONIJN worden de bewooners van deeze stad of het land van Atrecht, Atrebates genaamd.
De stad is gelegen op eenen Berg, aan de Rivier de Scharpe, 5 uuren van Douai, 7 van Kamerijk, 9 van Rijssel, en ruim 10 van St. Omer. Zij is groot en in tweën verdeeld; draagende het oudste deel den naam van Burgt, en het ander dien van Stad. Beide gedeelten zijn door den vermaarden VAUBAN zeer wel versterkt; waaromtrent het Kasteel, schoon middelmaatig van grootte, inzonderheid uitmunt. Verder pronkt Atrecht met verscheidene aanzienlijke gebouwen; als het huis van den Gouverneur; het Stadhuis; de Kapel van de H. Kaars; de Hoofdkerk; de Abtdij van St. Waas, en verder verscheidene Kerken en Kloosters. Deeze oude Bisschoplijke Stad diende, in het jaar 1435, tot de plaats der Vredehandeling tusschen FILIPS DEN I, Hertog van Bourgondien, en KAREL DEN VII, Koning van Frankrijk. De Hollanders en Zeeuwen, die zeer veel bij den oorlog geleden hadden, zouden ook gemagtigden derwaarts, om hunne belangen te behartigen, schoon men niet vindt aangetekend, wat zij ’er verricht hebben, maar wel dat de Engelschen, die ’er zig buiten gesloten zagen, dus zeer verbitterd op den Hertog zijnde, al het nadeel, dat zij konden, aan de Hollanders en Zeeuwen toebragten, en voornaamlijk de eersten, die zig in Engeland bevonden, aan lijf en goed beroofden. In het jaar 1640, werd het door de Franschen belegerd, en op den 9den van de maand Augustus overgegeeven.
