Definities van Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen in de Ensie L
- Laag
- Laatdunkend
- Laatste (ten)
- Laf
- Lakei
- Laken
- Lam
- Land
- Land — gebied — staat — rijk
- Landbouw
- Landbouwer
- Landen
- Landlooper
- Langdurig
- Langzaam
- Langzamerhand
- Last
- Laste (te... leggen)
- Laster
- Lasteraar
- Lasteren
- Lastering
- Laven — verkwikken
- Ledematen — lidmaten
- Leed — verdriet — smart — hartzeer
- Leedwezen
- Leeftocht
- Leelijk
- Leen
- Leeren
- Legaat
- Legende
- Leger
- Leiden
- Leidsman
- Lekker
- Lekkerbek
- Lesschen
- Letsel
- Letten (op iets)
- Letterlijk
- Leuning
- Leven
- Leven (het... benemen)
- Leven (om het... brengen)
- Leven (van het... berooven)
- Leven maken
- Levenloos
- Levensmiddelen
- Licht en bruin (clair-obscur)
- Lichtgeloovig
- Lichtvaardig — lichtzinnig — luchthartig
- Lichtzinnig
- Lid
- Lidmaten
- Lied
- Lieden — menschen — personen
- Liederlijk
- Liedje
- Lief
- Liefde — min
- Liefdegaven
- Liefelijk
- Liefhebben
- Liefhebber
- Liefkoozen
- Lieftallig
- Liegen
- Lieven
- Lieverlede (van)
- Lijden
- Lijdzaamheid
- Lijfsverdediging
- Lijk
- Lijken
- Lijn
- Lijnwaad
- Lijst
- Lijvig
- Limoen
- Listig
- Loeren
- Log — langzaam — loom — lui — traag — vadsig
- Logementhouder
- Lommer — schaduw
- Lomp — onbeleefd — onbeschoft — ongemanierd
- Loochenen — ontkennen
- Look
- Loom
- Loon
- Loon — huur
- Loonen
- Loop
- Loopen
- Loos
- Loot
- Los — lichtzinnig — liederlijk — losbandig — ongebonden
- Losbandig
- Losbranden
- Lossen