- afpalen
- afpassen
- afpeddelen
- afpeigeren
- afpeilen
- afpelen
- afpellen
- afperken
- afpersen
- afpeuteren
- afpijnigen
- afpikken
- afpingelen
- afpitsen
- afplaggen
- afplakken
- afplanten
- afplatten
- afpluizen
- afpluizen
- afplukken
- afpoeieren
- afpoetsen
- afpraten
- afprijzen
- afprikken
- afprinten
- afpulken
- afpunten
- afraden
- afraffelen
- afraggen
- afraken
- aframmelen
- afranselen
- afraspen
- afrasteren
- afratelen
- afrazen
- afreageren
- afregelen
- afregenen
- afreien
- afreizen
- afrekenen
- afremmen
- afrennen
- africhten
- afrijden
- afrikaniseren
- afristen
- afritsen
- afroeien
- afroepen
- afroffelen
- afrollen
- afromen
- afronden
- afrossen
- afrotsen
- afruilen
- afruimen
- afruisen
- afrukken
- afsabbelen
- afsabberen
- afscannen
- afschaduwen
- afschaffen
- afschakelen
- afschalen
- afschampen
- afschatten
- afschaven
- afscheiden
- afschenken
- afschepen
- afscheppen
- afscheren
- afschermen
- afschetsen
- afscheuren
- afschieten
- afschijnen
- afschilderen
- afschilferen
- afschillen
- afschminken
- afschooien
- afschoppen
- afschrapen
- afschrappen
- afschrijven
- afschrikken
- afschrobben
- afschroeven
- afschubben
- afschudden
- afschuieren
- afschuimen