- Br. (afkorting)
- Br. Am. Tob. (afkorting)
- Br.: (afkorting)
- BrAf (afkorting)
- BrI (afkorting)
- Bra (afkorting)
- Braak liggen (spreekwoord)
- Bracatae et Transalpinae nationes (spreekwoord)
- Bram op (of: boven) bram voeren (spreekwoord)
- Bram op bram voeren (spreekwoord)
- Bramtoco. (afkorting)
- Branden als een (de) hel (spreekwoord)
- Branden als een lier (spreekwoord)
- Branden als pek (spreekwoord)
- Branden van nieuwsgierigheid (spreekwoord)
- Brandhout voor de hel zijn (spreekwoord)
- Brandnetels kunnen geen lelies voortbrengen (spreekwoord)
- Brandnetels kunnen geen leliën voortbrengen (spreekwoord)
- Brandstof ophopen (spreekwoord)
- Branie schoppen (spreekwoord)
- Breb. (afkorting)
- Brede riemen snijden van andermans leer (spreekwoord)
- Breek mij het hoofd niet langer (spreekwoord)
- Breken met iemand (iets) (spreekwoord)
- Bren gun (afkorting)
- Brev. (afkorting)
- Brevis esse laboro, obscurus fio (spreekwoord)
- Brevis nobis a natura vita data est (spreekwoord)
- Brg.-Gen. (afkorting)
- Brieven van gelieven zijn met boter verzegeld (spreekwoord)
- Brig. (afkorting)
- Brigstaf (afkorting)
- Brigstafco (afkorting)
- Brijk (afkorting)
- Brillen voor alle gezichten verkopen (spreekwoord)
- Briq. (afkorting)
- Briss. (afkorting)
- Brit. (afkorting)
- Brit. Mus. (afkorting)
- Brit.Ass. (afkorting)
- Brng. (afkorting)
- Brno. (afkorting)
- Bro 1985 (afkorting)
- Brocafarm. (afkorting)
- Broed. Cand. Not (afkorting)
- Broed. Cand. Not. (afkorting)
- Broed. Not (afkorting)
- Broed. Not. (afkorting)
- Broeder Jonathan (spreekwoord)
- Broeders gekijf - komt om ziel en lijf (spreekwoord)
- Broeders gekijf komt om ziel en lijf (spreekwoord)
- Broek, waar ga je met die jongen naar toe? (spreekwoord)
- Brokken maken (spreekwoord)
- Brood en spelen (spreekwoord)
- Brood op de plank hebben (spreekwoord)
- Brood wat - aardappels zat (spreekwoord)
- Brood wordt overal gebakken (spreekwoord)
- Brooddronken zijn (spreekwoord)
- Broodmager zijn (spreekwoord)
- Broodnodig zijn (spreekwoord)
- Broodsgebrek hebben (lijden) (spreekwoord)
- Bros. (afkorting)
- Brot. (afkorting)
- Brouwers bidden om goede, bakkers om dure tijd (spreekwoord)
- Brucemo (afkorting)
- Brugge en Gent zijn niet op één dag gebouwd (spreekwoord)
- Brutaal als de beul (spreekwoord)
- Brutaal blond zijn (spreekwoord)
- Brutalen hebben de wereld half en in de andere helft delen ze ook nog mee (spreekwoord)
- Brv (afkorting)
- Bsm (afkorting)
- Bsw (afkorting)
- Bt. (afkorting)
- Bt. C. (afkorting)
- Btag (afkorting)
- Bte (afkorting)
- Btn. (afkorting)
- Bto. (afkorting)
- Bté. (afkorting)
- Bté.S.G.D.G. (afkorting)
- Bu of Bul (afkorting)
- Bu.Z. (afkorting)
- BuW (afkorting)
- BuZa (afkorting)
- Bubiag. (afkorting)
- Buch. (afkorting)
- Buffels vangen geen vossen (spreekwoord)
- Buigen als een knipmes (spreekwoord)
- Buil. EG (afkorting)
- Buil. EU (afkorting)
- Builen met (oor)kussens slaan (spreekwoord)
- Buiten (of; zonder) de waard rekenen (spreekwoord)
- Buiten (zijn) zinnen zijn (spreekwoord)
- Buiten adem zijn (spreekwoord)
- Buiten bezwaar van den lande (’s Rijks Schatkist) (spreekwoord)
- Buiten de gis gaan (spreekwoord)
- Buiten de palen gaan (spreekwoord)
- Buiten de pot pissen (spreekwoord)
- Buiten de rij staan (spreekwoord)
- Buiten de waard rekenen (spreekwoord)