1. Slecht uitvallen, mislukken; van omstandigheden bep.: tegenlopen; hij wilde die plaats (= baan) hebben, maar 't is hem lelijk misvallen.
2. Van eten of drank: niet goed bekomen: het eten is (me) misvallen.
3. (W.g.) Een miskraam hebben.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: