Definities van Zeemans woordenboek in de Ensie D
- Daagsch anker
- Daagsch touw
- Dag
- Dagboek
- Dagen
- Dagge
- Dagregister
- Dagseinen
- Dagwaak slaan (de)
- Dagwacht
- Daling
- Dam
- Damlooper
- Dammen
- Damp
- Davids
- Deelbalie
- Deelen
- Deining
- Deinzen
- Deinzig
- Dek
- Dekbalken
- Dekbalkknieën
- Dekbanden
- Dekdeelen
- Dekglas
- Deklinatie
- Dekofficier
- Dekplaat
- Deksel
- Dekstoppers
- Dekstrijken
- Dekworp
- Dekzeegt
- Dempgording
- Dennen
- Denning
- Derde hand
- Derde waak
- Deukel of deutel
- Deutelen
- Deutelijzer
- Dicht aan-de-wind of scherp by-de-wind
- Dichtspijkeren
- Diep
- Diepen
- Diepgaan
- Diepgang
- Diepgangsmeter
- Diepgansmerken
- Dieplood
- Dieploodlijn, dieploodworp
- Diepte
- Dieptredend
- Dieptreding
- Dijk
- Dikte der kiel
- Dinga
- Dinguy
- Dirk
- Dissel
- Distinktievlag
- Doek
- Doeken
- Doemen
- Doft
- Dogger
- Dogschuit
- Dok
- Dokken
- Dokkig
- Dol
- Dolborden
- Dolgat
- Dommekracht
- Dompelen
- Dompen
- Donderbus
- Dood
- Doodeman
- Doodemans-oog
- Doodloopen
- Doodshoofd
- Doodstilte
- Doodstroom
- Doodtij
- Doodwater
- Doodwerk
- Doopen
- Door laten staan
- Doorbreken
- Doordreggen
- Doordrijven
- Doorgaan
- Doorgaande koelte
- Doorgezakt
- Doorgezet
- Doorkaaien
- Doorklieven