o.w. - In ’t water zakken. Dat schip gaat...
Nellen Diep, het zinkt ... N ellen in ’t water. Dat schip Gaat Diep genoeg (het gedeelte, dat beneden de waterlijn zinkt, is naar zijn grootte en vorm evenreig aan den last, dien het dragen moet om veilig en met goed gevolg te varen). Dieper gaan (wanneer een nieuwe last in ’t schip geladen wordt, en dit daardoor dieper zinkt. Spreekwijze: Een Diepgaand schip (iemand, die veel verkwist en veel noodig heeft: - omdat Diepgaande schepen veel werks vereischen).