Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 24-01-2022

Willem adriaan bonger

betekenis & definitie

Nederlands criminoloog-socioloog (Amsterdam 6 Sept. 1876-15 Mei 1940) was de eerste hoogleraar in Nederland (van 1922-1940) in de criminologie en de sociologie (aan de Gem. Universiteit van Amsterdam).

Hij bezocht van 1889-1895 het gymnasium te Amsterdam, studeerde rechten aan de Universiteit aldaar en ging vervolgens in de handel (verzekeringswezen). In 1905 promoveerde hij in de rechtswetenschap op een proefschrift Criminalité et conditions économiques (waarvan het eerste deel grotendeels het eervol vermelde antwoord op een door de Amsterdamse juridische faculteit in 1899 uitgeschreven prijsvraag was). Bonger was secretarisredacteur van De Socialistische Gids (1918-1938) en redacteur van Mensch en Maatschappij (na 1925); verder o.a. lid van het Centraal College van de Reclassering enz. en van de Economische Raad; buitengewoon lid van de Partijraad van de S.D.A.P. en voorzitter van de Centrale Commissie voor Arbeidersontwikkeling. Ook in het buitenland genoot Bonger groot aanzien als criminoloog, socioloog en wetenschappelijk socialist. Hij was een onafhankelijke geest, een man uit één stuk, wars van elke partijdwang, nam in de S.D.A.P. een zelfstandige plaats in. Eerder conservatief van aanleg en smaak, heeft hij zich tegen elke revolutionnaire neiging in het socialisme gekant. Democraat in hart en nieren, wie alle dictatuur een gruwel was, heeft Bonger verkozen in zijn geliefd Amsterdam geen Duitse bezetter te zien.PROF. MR J. VALKHOFF

Bibl.: Geloof en misdaad (1913; 2de dr. 1917); Inleiding tot de criminologie (1932; Eng. uitg. 1936); Ras en misdaad (1939, Eng. vert. 1943). Statistische studies: o.a. Vermogen en inkomen in Nederland gedurende de oorlogstijd 1913-1920 (1923) Geloof en ongeloof in Nederland, 1909-1924 (1924). Evolutie en Revolutie (1919); Problemen der Demokratie (1934 en 1936); Democratie en selectie (1938); Intellectuelen en socialisme (1925): De oorlog en de schuldvraag (1917); Lessen uit de oorlogscrisis van September 1938 (1938). Verspreide Geschriften met een volledige bibliogr. van 1895 af verschijnt bij N.V. de Arbeiderspers.

Lit.: B. V. A. Röling, Het criminologisch werk van prof. dr W. A. B. in Tijdschr. v.

Strafr. 52 (1942) ; J. Valkhoff, in Nieuwe Stem (1946), blz. 107-113.

< >