Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Robert FRUIN

betekenis & definitie

Th. Az., (Dordrecht 22 Nov. 1857 - ’s-Gravenhage 26 Oct. 1935), neef van beide voorgaanden, promoveerde te Leiden in de rechten in 1886 op een proefschrift: De staatsgeschiedenis van het landschap Westerwolde tot aan zijne vereeniging met de XVII Nederlanden. In 1888 werd hij door de Gedeputeerde Staten van Utrecht belast met de regeling der oude gemeente- en waterschapsarchieven en aangesteld tot commies-chartermeester.

Van 1894 tot 1910 was hij rijksarchivaris in de provincie Zeeland, daarna tot 1912 hoogleraar te Amsterdam, college gevend in de encyclopaedie van het recht en in het Oudvaderlandse recht, en vervolgens algemeen rijksarchivaris tot 31 Dec. 1932, toen hij aftrad. Een uitermate belangrijke rol heeft Fruin gespeeld bij het samenstellen van de Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven (i8g8) en bij het tot stand komen van de Archiefwet 1918, waarop hij een driedelige toelichting uitgaf (1919, 1920, 1929).Bibl.: De Middeleeuwsche rechtsbronnen der kleine steden van het Nedersticht van Utrecht (3 dln, ’s-Gravenhage 1892-1903); Catalogus van de archieven der collegiën, die vóór 1811 binnen de tegenwoordige provincie Utrecht rechterlijke functiën uitgeoefend hebben (1893) , Beiträge zur Fastenkritik (in: Jahrbücher der klassischen Philologie, XL, 1894, blz. 102 en vlgg.); Het archief der stad Reimerswaal (1897) , met S. Muller en J. A. Feith: Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven (Groningen 1898; vertaald in het Duits en in het Frans).

Verder gaf hij uit: Rijksarchief-depot in de provincie Zeeland. Het archief der O.L. V. abdij te Middelburg (’s-Gravenhage 1902); Het archief van prelaat en edelen van Zeeland (’s-Gravenhage 1904); Het recht der stad Reimerswaal (’s-Gravenhage 1906); Rijksarchief-depot in de provincie Zeeland. De rekeningen en andere stukken in 1607 uit de Hollandsche rekenkamer naar de Zeeuwsche overgebracht.

Het Bourgondisch-Oostenrijksch tijdvak 1433-1584 (’s-Gravenhage 1910); De huidige stand van het Oostervraagstuk (Haarlem 1905); Leenregister van Zeeland bewester Schelde, 1470-1535 (1911); Keuren van Zeeland (1920). Een volledige lijst van Fr.’s geschriften vindt men in het Ned. Archievenblad, 1935/36, blz. 14-38.

Lit.: L. L(asonder), Een mijlpaal in de geschiedenis van ons archiefwezen (Ned. Archievenblad, 1932/33, blz. 90-111); Martens van Sevenhoven, In Memoriam prof. mr R. Fruin (Ned.

Archievenblad, 1935/’36, blz. 2-13).

< >