(Lat.: gezegend) is het eerste woord van de lofzang van Zacharias (Luc. I 68-79) die bij de Lauden (een deel van de Kerkelijke getijden), en van de lofzang der drie jongelingen in de vuuroven (Dan.
III, 52), die in de Mis op de Quatertemperdagen, behalve die van Pinksteren, wordt gezongen.