Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Benedictijnse kunst

betekenis & definitie

in strikte zin, als kunst, die een speciaal kenmerk heeft waarin de Benedictijnse geest is terug te kennen, komt zeer zelden voor. Van den beginne waren de Benedictijnen bouwers van eigen kerken en kloosters, later werkten leken-architecten onder hun leiding; zo te Aken, Fulda, Essen, St Gallen, Cluny II en III.

Cluny was een centrum voor bouw- en beeldende kunst; zonder dat er een bepaald kerk- en klooster type werd geschapen, kan men toch aan vele onderdelen de geest van Cluny spoedig herkennen, verbreid over bijna heel West-Europa. In 1109 had de hervormingsbeweging van Cluny ruim 2000 kloosters onder zich met enkele tienduizenden monniken. Elk der bouwscholen had een eigen stempel en knoopte ten dele aan bij de nationale kunst. Een volgende bloeiperiode beleefde de bouw- en beeldende kunst onder leiding der Benedictijnen in het Zuidduitse en Oostenrijkse laatBarok. Ten slotte is er op het eind der vorige eeuw een nieuwe Benedictijnse kunstbedrijvigheid opgekomen met sterk liturgisch karakter: Beuron*, Maria-Laach, Maredsous, Maredret, Leuven, Oosterhout (bouwkunst, nijverheidskunst, boekverluchting enz.). Als grootmeesters der Beuroner Kunst zijn te noemen Desiderius Lenz en Willibrord Verkade (Nederlander), verder de Fransen Mellet en Bellot, de schilders Louwerse en François Mes.DR JOHN B. KNIPPING

Lit.: A. Kingsley-Porter, Romanesque Sculpture of the Pelgrimage Roads (Boston U.S.A. 1923; alwaar uitgebr. lit.opg.); A. Kuhn, Allg. Kunstgesch. I (Einsiedlen z.j.); W. Weisbach, Kirchl.

Kunst und Relig. Reform (Zürich 1945).

< >