Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Sappe

betekenis & definitie

Sappe noemt men in de krijgswetenschap eene uitgraving, waarvan de aarde geworpen wordt in eene rij schanskorven, op den beanen grond geplaatst, terwijl die schanskorven overdekt worden met drie fascines. Bij de halve sappe worden de schanskorven één voor één gevuld, en bij de vlugtige sappe plaatst men de schanskorven tegelijk naast elkander, om terstond tot de vulling over te gaan, terwijl de volle sappe op de volgende wijze wordt gesteld: van een viertal goed gewapende sappeurs plaatst de eerste, door een rolkorf gedekt, den schanskorf, dien hij haastig vult, een gat gravende van 0,5 Ned. el breed en diep, en begeeft zich op zijne knieën daarin en plaatst den tweeden schanskorf naast den eersten, daarachter dezelfde ontgraving herhalend. Tusschen de beide schanskorven brengt hij een sappebundel of 2 op elkaar geplaatste zandzakken.

Heeft hij 3 schanskorven geplaatst, dan gaat de tweede in de sappe en bekroont de schanskorven met 3 fascines, waarna hij de sappe verwijdt met 0,17 Ned. el; dit laatste geschiedt ook door den derden en vierden, zoodat de sappe tot eene kubieke Ned. el wordt ontgraven. — Voorts heeft men ongedekte, gedekte, dubbele en staande sappen, alsmede dubbele draaisappen, welke hier en daar om traversen heenloopen. De soldaten, tot den aanleg van sappen bestemd, dragen den naam van sappeurs. Zij zijn in ons leger met de mineurs tot één bataljon vereenigd.

< >