Anslo (Reinier van), een der beste Nederlandsche dichters uit de 17de eeuw, aanschouwde in 1625 te Amsterdam het levenslicht. Hij was van moederszijde van adellijke afkomst en behoorde tot de kerkgemeenschap der Doopsgezinden. Vondel roemt de sierlijke netheid zijner gedichten.
In 1649 begaf hij zich naar Rome, waar hij tot de R. Katholieke kerk overging en door koningin Christina van Zweden met eene gouden keten begiftigd werd. Paus Innocentius X schonk hem eene gouden medaille, en hij behield de gunst dier aanzienlijke personen tot aan zijn dood, die den 10den Mei 1669 te Perugia voorviel. Zijne verspreide dichtstukken zijn eerst in 1713 door J. de Haes verzameld en in kl. 80 uitgegeven.