Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Aardwas

betekenis & definitie

Aardwas (ozokeriet) ook steentalk en neftgil genaamd, is niets anders dan fossiele paraffine in een onzuiveren toestand. Deze stof komt in groote hoeveelheid voor in Moldavië, waar men er reeds lang kaarsen van vervaardigt, — voorts in Galicië, Neder-Oostenrijk, Frankrijk, Engeland, aan de Kaspische zee en het meer van Aral.

Aan den voet der Karpathen vindt men ze in de nabijheid eener zoutformatie in grooten overvloed,— althans Doms van Lemberg verkreeg bij Boryslaw bij het uitgraven van 2/3 kub. vaam aarde 220 pond ruw uitgesmolten aardwas. Vooral vindt men het in ontzettende hoeveelheid in Truchmenië, tusschen de Kaspische zee en het meer van Aral. Hier wordt het opgegraven, door smelting boven water van zand gezuiverd en in blokken van 1 Ned. pond in den handel gebragt.

Het aardwas is look-groen, geelachtig of donker bruin, en vertoont zich, als het licht er door heen schemert, geelachtig bruin tot hyacint-rood, — het is plat schelpachtig van breuk en heeft een soortelijk gewigt van 0,95. Wanneer men het kneedt, wordt het kleverig; het smelt bij verwarming weldra tot eene heldere, olie-achtige vloeistof, die bij de afkoeling stolt. Bij sterke verhitting brandt het met eene vlam, en laat slechts weinig achter. Het lost zich op in terpentijnolie en — schoon minder gemakkelijk — in aether en alkohol.

< >